Dat Johannes Brahms als Wiener de muziekgeschiedenis is ingegaan, neemt niet weg dat de man in Hamburg geboren werd. Zijn Hongaarse Dansen zijn ook niet de vrucht van veel ervaring met hetbetreffende land, maar van een studentenbaantje als pianist in een Hamburgse bar die door Hongaarse zeelieden werd gefrequenteerd. In dit programma kaderen we Brahms als volbloed Austro-Hongaar door hem mee te nemen op een reis die in Moskou begint en via Budapest terug naar Wenen leidt. Met een omweg langs Antwerpen, want het Roeland Hendrikx Ensemble laat u ook graag een werk van componist Wim Henderickx horen.
Alexander Glazunov (1865-1936) heeft met Brahms gemeen dat hij nooit echt heeft moeten vechten voor muzikale roem. Als hoogbegaafd kind uit een welgestelde familie kon hij zich onderricht van Rimski-Korsakov veroorloven, en als volwassen componist genoot hij de vriendschap en steun van beroemde tijdgenoten als Tsjaikovski. Glazunovs mysterieuze Rêverie Orientale voor klarinet en strijkkwartet (1886) is een vroeg muzikaal voorbeeld van wat Edward Said met de term “Orientalisme”bedoelt: het kwintet roept het Verre Oosten op maar dan vanuit de Westerse verbeelding van rijke Russen. De stemming is gepast dromerig met een onaards en soms eery gevoel van wijds- en oneindigheid.
Met Hongaar Rezső Kókai (1906-1962) komen we dichter bij huis. Kókai was (film)componist, professor musicologie, en muziekdirecteur van de Hongaarse nationale radio. Zijn Quartettino (1952) voor klarinet, viool, altviool en cello is een juweel van neoklassieke innigheid: het ademt in elke frase Slavische rapsodische weemoed uit.
Daarna laat het Roeland Hendrikx Ensemble laat u graag kennismaken met Four Pieces van de Belgische componist Wim Henderickx. Het oorspronkelijke werk werd geschreven in 1990 voor klarinet en strijkkwartet, in opdracht van het Eugène Ysaÿe Ensemble. Later werd het ook georkestreerd voor strijkorkest en klarinet. Roeland Hendrikx & Boho Strings namen deze versie in 2019 op. Maar in dit programma hoort u d originele versie. Het werk is gebouwd op een vrije toepassing van de 12-toonstechniek (totaal chromatiek).
En dan naar Oostenrijk. Met Brahms’ Klarinetkwintet zijn we in Wenen aangekomen, maar ook in de herfst van een carrière en een tijdperk. Brahms stond in maart 1891 op het punt om met pensioen te gaan, toen het klarinetspel van Meininger virtuoos Richard Mühlfeld hem de adem benam, en hem in de zomer van hetzelfde jaar tot een klarinettrio en een klarinetkwintet inspireerde. Dat klarinetkwintet is het edelst denkbare afscheid van de muzikale romantiek: herfstig, meditatief, extreem verinnerlijkt.