Het Busch Trio bestaat uit Mathieu van Bellen/viool, Ori Epstein/cello en Omri Epstein/piano. Deze drie musici vormen een hecht geheel. Ze vullen elkaar volledig aan, zijn op elkaar ingespeeld en luisteren al spelend naar de partijen van de anderen. In de Zeeuwse Concertzaal in Middelburg verzorgde dit Trio zondag 21 januari een recital dat na afloop door een bezoeker ‘hét recital van dit jaar’ werd genoemd. En het seizoen is nog maar net begonnen! Hoopgevend was het grote aantal belangstellenden.
Ik volg dit ensemble al vele jaren en elke keer weten deze drie musici mij te verrassen. Hun interpretaties worden steeds intenser. De partituren worden uitgediept en bestudeerd en elke keer worden er meer nuances uitgewerkt, wordt de frasering subtieler en worden er extrakleurtinten toegevoegd. Ook de combinatie van de te spelen werken is apart. Mozart en Tsjaikovski binnen één recital is niet zonder gevaar. Twee verschillende stijlperioden (Klassiek en Romantiek) combineren is goed mogelijk, maar het vereist wel een juiste weergave van de stijl en het karakter van die werken. Busch slaagde daar volledig in.
In het Trio in Bes KV 502 zijn de instrumenten wel gelijkwaardig, maar overheerst de piano en is de rol van de cello in de eerste twee delen minder duidelijk. Het Busch Trio bracht het Allegro heel licht en transparant met een mooie dialoog tussen strijkers en piano. In het langzame middendeel, dat zeer poëtisch van karakter is, kwam de subtiele aanpak goed uit. Daar waar een instrument zich kon etaleren, vond dat plaats en als een meer dienende rol werd vereist, gebeurde dat ook. Heerlijk vloeiend klonk het slotdeel, een rondo met een gavotteritme. Dansant en sprankelend met een meer uitgesproken rol voor de strijkers.
Tsjaikovski schreef zijn enige werk voor de combinatie viool, cello en piano toen hij 38 was. In het Pianotrio in a opus 50 verwerkt hij zijn persoonlijke gevoelens. Hij droeg het werk op aan zijn vriend Nicolaï Rubinstein, met de ondertitel ‘A la mémoire d’un grand artiste’.
In dit werk hoor je een lange klacht, voel je verdriet en ervaar je nostalgie, maar ook troostende energie. Het werk heeft twee uitgebreide delen. De stijl van de piano is concertant en de twee strijkerspartijen, die als het ware de rol van een orkest krijgen, zijn moeilijk. In het pezzo elegiaco klinkt een klacht vol melancholie. De spanning wordt opgebouwd met syncopische akkoorden en na een elegant (Frans aandoend) motief, eindigt het in rouwsfeer.
Tema con variazioni is fenomenale muziek. Het zou een portret van Rubinstein zijn en elke variatie zou een aspect van zijn leven uitbeelden. Een typisch Russisch thema (soort koraal) en 11 karakterstukken over de pedagoog, pianist en componist Rubinstein.
In de variaties komen alle drie de instrumenten steeds anders aan bod, en wordt gebruik gemaakt van diverse strijktechnieken. De luisteraar hoort telkens iets anders, zoals de afwisseling van droefheid en uitbundige vreugde, het uitbeelden van een klein muziekdoosje gespeeld met lichte hoge toontjes door de piano terwijl de strijkers een lekkere zware bourdontoon brengen. De Tsjaikovski-liefhebber heeft vast een stukje Bloemenwals uit de Notenkraker gehoord en een stevige Mazurka à la Chopin met virtuoze cadensen (om de pianist Rubinstein te eren).
Majestueus was het slotdeel met de ingewikkelde coda. Dit deel vergt alles van de musici, het tempo is snel, de muziek virtuoos. Alles moet samenklinken en de spanning moet worden opgevoerd. Het Busch Trio speelde dit deel fenomenaal. De marche funèbre zorgde voor kippenvel en liet een verpletterende indruk na.
Het Matangi Quartet bezorgde het publiek in De Mythe in Goes zaterdag 25 november 2023 een onvergetelijke avond. Het programma OUTCAST is een ode aan de componisten uitSovjet Rusland en Oekraïne. De composities van Sjostakovitsj (1906-1975), Schnittke (1934-1998) en Silvestrov (1937-) vielen niet in de smaak van het regimes waaronder zij leefden;
Avant-gardistische (moderne) muziek met een verpakte boodschap, die nog steeds actueel is. Beklijvende muziek, die binnendringt en de toehoorder meesleept. De pijn en angst van de componisten sijpelt door in de toehoorder en bijt zich vast. Hulde aan het Matangi Quartet dat de spanningsboog nooit losliet en als een echte eenheid, met grote integriteit musiceerde.
De uitvoering van het Strijkkwartet nr. 3 van Alfred Schnittke hakte er meteen in. Het doorgecomponeerde werk vol tegenstellingen en een onopgeloste spanning in een klassiek polystilistische stijl is heel expressief en speelt als het ware met de menselijke emoties van verwarring en hysterie tot en met wanhoop en depressiviteit. Schnittke maakt gebruik van enkele muzikale modules van Lassus, Beethoven en Sjostakovitsj, breekt deze meteen af en gaat er dan mee construeren. Technisch knap en emotioneel overrompelend. Je hoort snijdende tonen die boven de vloeiende donkere lijnen om aandacht vragen. In het Agitato ervaar je de wanhoop en de felheid van oorlogsgeweld, de dissonanten doen pijn, af en toe dringt even rust door, die snel tenietgedaan wordt door een gewelddadige opflakkering. De muziek klinkt dwingend en komt hartverscheurend over. Het Pesante, met sterke pizzicati en klagende lijnen, sluit af met een schrijnende fase waarin de wanhoop doorsijpelt.
Wat een goede keus van Matangi om daarna het eendelige Strijkkwartet nr. 1 van de Oekraïense Valentin Silvestrov te spelen. In dit werk kunnen de musici, vanwege de vrije invulling van de waarde van de noten, een heel persoonlijke interpretatie verzorgen. Dat gebeurde. De melodie, gebracht door de eerste viool, werd door de anderen sonoor ondersteund. De poëtische melancholische muziek riep bij mij een avondlijk natuurbeeld op. De rust aan de oever van een rivier. Overal vlamden lichtjes op en het water kabbelde rustig door onderbroken door enkele brede bewegingen en zelfs een heftige onrustige passage waarin de spanning in chaos veranderde. Maar de weldadige rust keerde weer terug. Het deed me denken aan de schitterende begeleiding van het lied Morgen van Richard Strauss.
Na de pauze stond de schijnwerper op Dimitri Sjostakovitsj. Eerst brachten de vier strijkers: Maria-Paula Majoor (viool 1), Sedna Heitzman (viool 2), Karsten Kleijer (altviool) en Arno van der Vuurst (cello) twee korte werkjes: Elegie (een langzame aria uit de opera Lady Macbeth of Mtsensk) en Polka een grappig ritmisch sterk werkje, vol humor.
Het recital werd afgerond met Strijkkwartet nr. 8 in c op. 110, waarin Sjostakovitsj zijn herinneringen aan de verwoestingen van Dresden verwerkte. Hij noemde het werk (1960) een autobiografisch kwartet.
Het begint met de muzikale signatuur van Sjostakovitsj (D.SCH = D, eS, C en H) gebracht door de cello en daarna de andere strijkers. Een langzaam deel vol vraagtekens. Maar dat duurt maar even, in het Allegro komt de muziek ongewoon heftig binnen, klinkt het bekende Joodse thema en strijden weemoed en gewelddadigheid met elkaar. De woede vanwege het geweld en de oorlog zijn voelbaar in het Allegretto. Het macabere beeld van de vele doden op een slagveld komt extra hard binnen door de snijdende gloedvol gestreken tonen die als donderslagen overkomen. De flard Dies Irae en het treurige Largo lossen op in het langzameslotdeel dat uitblonk door de integere manier waarop Matangi (met sourdine) dit werk morendo afsloot. Dat na de laatste toon het publiek lang wachtte met applaudisseren is het bewijs van de verbijstering. Dit werk werd verpletterend uitgevoerd.
De Stichting Kamermuziek Zeeland stak zijn nek uit met dit concert, bewonderenswaardig in deze tijd, de aanwezigen zullen daar lang heel dankbaar voor blijven. Een recital door Matangi mag wat mij betreft vaker geprogrammeerd worden.
Componisten zijn niet altijd vrij om te componeren wat ze willen. Dit programma is een ode aan de muzikale ‘outcast’: drie Sovjet-Russische componisten die muziek schreven die gevaarlijk indruiste tegen de smaak van het regime waaronder zij leefden, met name Sjostakovitsj, Alfred Schnittke en Valentin Silvestrov. Die outcast zetten wij ook door om dit op zaterdagavond 25 november te programmeren. Dat is weer eens wat anders dan een zondagochtend!
Ursula Schoch en Marcel Worms brengen krachtig werk van enkel vrouwelijke Nederlandse componistes.
De vijf componistes op dit programma tonen in hun werk een krachtige persoonlijkheid en een eigen muzikale taal. Hoogste tijd om hun muziek (weer) te gaan beluisteren!
Bekijk hier het hele programma en bestel uw tickets
Droom op zondag 29 oktober om 11.00 uur weg op de klanken van toptalenten Enzo Kok (viool) en Violaine Delplanque (piano) tijdens een Foyerconcert in Theater de Mythe.
In 2017 stond Enzo Kok in de halve finale van het Koninklijk Concertgebouw Concours. In de zomer van 2017 won hij de Labberté-Hoedemakers Award tijdens het Peter de Grote Festival in Groningen. In januari 2018 was hij finalist bij het Nederlands Vioolconcours categorie Davina van Wely (14 t/m 17 jaar). In mei 2019 behaalde hij de eerste prijs tijdens de nationale finale van het Prinses Christina Concours. Enzo geeft concerten als solist en kamermusicus in binnen- en buitenland. Daarnaast verzorgde hij meerdere tv-optredens, o.a. bij Podium Witteman. Verder is hij regelmatig te horen bij de NPO, Radio 4. Enzo bespeelt een viool van Carlo Antonio Testore uit 1707, hem ter beschikking gesteld door het Conservatorium van Amsterdam.
Violaine Delplanque studeerde piano aan het Conservatorium van Lille en het Koninklijk Muziekconservatorium van Brussel. Zij is prijswinnares van verschillende concoursen waaronder Concours J.S. Bach in Parijs, Concours de Musique de Chambre in Dunkerque en Concours UFAM in Parijs. Zij is lid van het duo Pianisticks dat in heel Frankrijk voor de Jeunesses Musicales de France heeft opgetreden en werd gevraagd door het Festival de Musique en Bigorre.
Op het programma staan werken van Fauré, Brahms, Debussy, van Beethoven, Ysaÿe en Paganini.